Recensie I/ik/eg van de Toneelmakerij
Op de trap naast de tribune staat een meisje met een gele narcis in haar hand. Ze heet ons welkom ‘in between worlds/ in between languages’. I/Ik/Eg wordt gesproken in het Noors, Engels en Nederlands. Geïnspireerd op de hedendaagse jongerencultuur waarin het ‘ik’ nogal centraal staat, schreef Oscar van Woensel een typisch ‘Woenseliaanse’, met eigentijdse en talige ‘hebbedingetjes’ vervlochten bewerking van de mythe van Echo en Narcissus. De beeldschone Echo is van haar identiteit beroofd doordat ze alleen kan napraten wat anderen zeggen, de jagende Narcissus is zo vervuld van zichzelf dat de liefde van elke ander hem te veel is, óók die van Echo.
De Deense regisseur Jonas Corell Petersen, winnaar van de European Fast Forward Award 2011, plaatst de tekst in een heldere, open theatrale vorm. Een decor van trillende zilveren stroken, acteurs die zelf het geluid bedienen en zich direct tot het publiek wenden. De cadans van de woorden krijgt alle ruimte. Dat die woorden veelal in drie talen worden herhaald, geeft het ‘ik’-thema een extra muzikale en inhoudelijke laag: de poging om jezelf te leren kennen te midden van de woorden (en successen) van anderen is moeizaam. Maar het is vooral het naturelle spel van de drie acteurs waardoor de tussenruimte van taal, liefde en identiteit tot een meeslepende gebeurtenis wordt. De Noorse Oddgeir Thune en de Nederlandse Chiem Vreeken en Keja Kwestro acteren zoals de twee mannen in hun groene maillots en blote bovenlijven de door hen beiden gespeelde Narcissus beschrijven: elegant, intelligent, sexy, niet van deze wereld.