Festival aan de Werf

gepubliceerd in: 
NRC
gepubliceerd op: 
16/05/2012

Het Utrechtse Festival aan de Werf ‘toont voor de laatste keer zijn spieren’, aldus artistiek directeur Rainer Hoffmann. Volgend jaar fuseert Festival aan de Werf met Springdance, maar komende week toont het festival nog één keer zijn huidige glorie.
Onder het thema This is where we live worden zo’n dertig voorstellingen op twintig verschillende locaties in de stad getoond. Hoffmann: ‘Het thema behelst enerzijds de concrete ruimte die je aantreft als je je huis uit gaat: de stad. En anderzijds het grote sociale en politieke framework van die ruimte: de staat.’ Deze twee kanten van het thema worden expliciet zichtbaar in twee grootschalige projecten die tijdens het festival te zien zijn. De stad staat centraal in Parallel cities van Lola Arias en Stefan Kaegi. Dit project bestaat uit zeven performances waarin op zeven verschillende locaties – van flatgebouw tot winkelcentrum - het leven van mensen die daar wonen of werken wordt getoond. De staat vormt het middelpunt in Dat Staat van Floris van Delft. In zes voorstellingen ontwikkelt hij met publiek, acteurs en experts een nieuwe staat in het plantsoen voor de Stadsschouwburg Utrecht. ‘Aangezien locatietheater altijd een belangrijke speerpunt was in de geschiedenis van het festival, is deze 27e editie met zo veel locatievoorstellingen een waardig afscheid’, meent Hoffmann.
Vanaf 2013 kan het gefuseerde festival een grootschalig project als Dat Staat niet meer zelf produceren. Hoffmann: ‘De fusie met Springdance is artistiek logisch, want we varen al enkele jaren eenzelfde artistieke koers van cross-overs in dans en theater. Maar de fusie is ook noodzakelijk. Het is in deze tijden moeilijk om alleen te overleven en dat betekent dat er iets verloren gaat: onze producerende functie.’
Festival aan de Werf was verbonden aan productiehuis Huis aan de Werf. Veel jonge theatermakers, maar ook redelijk ervaren makers zoals Floris van Delft, die wilden experimenteren met meerdere disciplines, konden terecht in het Huis en gingen tijdens het festival in première. Dries Verhoeven, dit jaar voor de achtste keer te zien op het festival – met de voorstelling Donkere Kamer, heeft zich via deze weg ontwikkeld tot een vooraanstaand maker van ervaringstheater en theatrale installaties. Verhoeven: ‘De constructie van Huis en Festival aan de Werf verenigde onderzoek en experiment met een groot publieksbereik. Toen ik als scenograaf besloot om te gaan maken en dat niet vanuit de geijkte theaterconventies wilde doen, werd ik hier serieus genomen en voor de leeuwen gegooid.’
Met de fusie is de verbinding met het productiehuis gesneuveld. Hoffmann: ‘Vooral de heel jonge makers zonder eigen gezelschap gaan dit voelen. Dit jaar staan er op het festival vijf eigen producties en vier coproducties. Dat kan volgend jaar niet meer en het is de vraag of deze jonge mensen hun producties elders gefinancierd krijgen. Experiment is met deze bezuinigingen een vies woord geworden.’
Het toekomstige festival zal nog slechts twee of drie coproducties kunnen realiseren. Vanwege de toegezegde Europese subsidies zullen dit internationale coproducties worden. Sowieso zal het festival expliciet een internationaal karakter krijgen, slechts een kwart van de programmering wordt Nederlands. Om ook de Nederlandse jonge makers met een hart voor experiment enigszins te ondersteunen, is de tweekoppige artistieke directie (Hoffmann en Bettina Masuch, momenteel nog artistiek directeur van Springdance) voornemens om een intensieve workshop te organiseren waarin een internationale uitwisseling plaatsvindt tussen jonge en ervaren makers. Hoffman: ‘Daarmee hopen we toch een kleine bijdrage te blijven leveren aan talentontwikkeling en kennisoverdracht.’

Verdere tips op het festival:
Please continue, [Hamlet] van Yan Duyvendak en Roger Bernat. Echte rechters, advocaten, forensisch experts en psychiaters treden op in de rechtszaak tegen Hamlet die Polonius heeft gedood.
Dinner with dad van Lucas De Man. De Man onderzoekt in zijn voorstellingen de rol van het publiek. Nu die van vaders en zonen tijdens het bereiden van een maaltijd.
The dry piece van Keren Levi. Choreografe Levi combineert in deze voorstelling de virtuoze showdanstaal van Amerikaanse musicalfilms uit de jaren dertig met vragen rondom de hedendaagse vrouwelijke identiteit in een video-installatie.