Tweetakt

gepubliceerd in: 
TM
gepubliceerd op: 
01/03/2012

Het jaarlijkse jeugdtheaterfestival Tweetakt vindt dit jaar voor de tiende keer plaats in Utrecht. Anders dan zijn voorganger, het Jeugdtheaterfestival in ’s-Hertogenbosch, is Tweetakt allang geen festival meer dat een staalkaart biedt van al het jeugdtheater dat in Nederland wordt gemaakt. Festivaldirecteur Petra Blok kiest bewust voor voorstellingen van ‘uitzonderlijke kwaliteit’. Louter vermaak laat ze links liggen.

Toen Petra Blok in 2003 aantrad als directeur van Tweetakt was ze nogal verbaasd dat het festival een soort vakbond voor de jeugdtheatersector was. Blok: ‘De programmering kwam zo expliciet voort uit de koker van de mensen die het jeugdtheater in Nederland groot hebben gemaakt, dat het festival vooral functioneerde als platform voor de sector zelf.’ Blok kwam zelf niet uit de jeugdsector, maar was jarenlang directeur geweest van Festival aan de Werf in Utrecht. Samen met mede-artistiek leider Ine te Rietstap en een team van programmeurs heeft ze Tweetakt de afgelopen tien jaar omgevormd tot een eigenzinnig festival met een hoge ambitie. Blok: ‘Wij pretenderen dat jeugdtheater een vorm van kunst is. Daarom programmeren we geen voorstellingen die louter zijn gemaakt om het publiek te vermaken, maar kiezen we voor voorstellingen die een uitzonderlijke kwaliteit tentoonspreiden.’

Een korte blik op de geschiedenis van het festival leert dat kennelijk niet alle grote Nederlandse jeugdtheater- en jeugddansgezelschappen voldoen aan die norm van ‘uitzonderlijke kwaliteit’. Zo zijn onder andere de Bis-gezelschappen Kwatta uit Nijmegen en Sonnevanck uit Enschede zelden of nooit geprogrammeerd. ‘Het is een lastige spagaat,’ geeft Blok toe. ‘Toch denken wij dat een festival dat een selectie toepast uiteindelijk veel interessanter is dan een festival dat per definitie alles programmeert.’
De vraag die dat onmiddellijk oproept is waarop die selectie dan is gebaseerd. Tweetakt is buitengewoon veelzijdig. Op het programma staan theater, muziek, dans, performance en, sinds de laatste jaren, installaties met nieuwe media en games. De leeftijdsgrenzen van de voorstellingen variëren van twee plus tot en met zestien plus. Behalve veel Nederlands en Vlaams aanbod staat er ook een keur aan internationale gezelschappen, die verder zelden in Nederland te zien zijn. Wat is, in het programma van de huidige editie, de kwalitatieve overeenkomst tussen het teksttoneel van Artemis en de beeldende experimenten van de Franse maker Philippe Quesne? Tussen de Japanse dansimprovisatie van Contact Gonzo en de Vlaamse performances van Ontroerend Goed? Tussen Pascale Platel en Jetse Batelaan? Blok antwoordt aarzelend: ‘Kwaliteit is altijd moeilijk te definiëren, maar een aardige vuistregel is dat een goede voorstelling niet alleen peuters, kinderen of jongeren aanspreekt, maar bovendien interessant is voor volwassenen. Wij zoeken eigenlijk altijd naar voorstellingen die niet bevestigen wat kinderen al weten. Voorstellingen die dat doen zijn vaak moraliserend en dat is doorgaans een beetje saai. Een ander uitgangspunt is dat we het spannend vinden om groepen of individuen op het toneel als zichzelf te zien, zonder dat daar een romantische saus of de vooringenomen blik van een maker overheen gaat. Een goed voorbeeld is de voorstelling Pubers bestaan niet, waarin jongeren met hun eigen gedachten en ideeën op het podium stonden.’ De voorstelling opende het festival in 2009 en won een Zilveren Krekel.

De andere kant van de ambitie is het bereiken van een zo breed mogelijk publiek. Behalve professionals en programmeurs wil het artistieke team vooral kinderen en jongeren bereiken, het liefst de groep die doorgaans niet naar theater gaat. Deze ambitie wordt gewaarborgd door een grote focus op educatie. Er is de afgelopen jaren intensief contact opgebouwd met Utrechtse scholen, die trouw de festivalvoorstellingen bezoeken. Zeker buitenlandse programmeurs kijken met lede ogen naar de vele bezoeken van schoolklassen. Blok: ‘In september gaat een aantal voorstellingen die we de afgelopen jaren programmeerden op tournee langs jeugdfestivals in Turkije. Een van de initiatiefnemers daarvoor, Hakan Silahsizoglu van het Talimhane Theater uit Istanbul, is stomverbaasd over de schoolklassen die ons festival bezoeken. Dat krijgt hij in Turkije nauwelijks voor elkaar. Hij wil daarover graag advies van ons.’

Deze precaire zoektocht naar artistieke kwaliteit en voorstellingen die een groot publiek kunnen aanspreken vindt niet alleen plaats onder gevestigde Nederlandse en Vlaamse jeugdtheatergroepen en –makers; ook wordt gescout op de Nederlandse kunstvakopleidingen. Vooral met de toneelscholen van Utrecht en Maastricht onderhoudt Tweetakt nauwe banden. ‘Wij vinden het belangrijk dat op de opleidingen fundamenteel aandacht wordt besteed aan jeugdtheater,’ verklaart Blok. ‘We merken dat jonge mensen die net van school komen, of er nog op zitten, al heel goed weten wat ze willen. De laatste jaren heerst de neiging om jonge mensen te beschermen en ze eerst iets te laten maken in een veilige kring. Maar ze leren enorm veel als ze gewoon meteen voor een groot, vreemd en veelzijdig publiek spelen.’ En dus wordt in het programmaboekje van Tweetakt geen onderscheid gemaakt tussen voorstellingen van gevestigde gezelschappen en werk van studenten. Door deze jonge makers een duidelijke plek te bieden in het belangrijkste jeugdtheaterfestival van Nederland hoopt het festivalteam bij te dragen aan talentontwikkeling binnen het genre. Maar een productiehuisfunctie neemt Tweetakt ook weer niet voor zijn rekening, ook al stijgt met het verdwijnen van de productiehuizen de vraag naar plekken waar jonge mensen voorstellingen kunnen produceren. Blok: ‘Wij ambiëren geen basisfunctie als producent, die hebben we ook nooit gehad, hooguit blijven we productieplannen ontwikkelen op het gebied van nieuwe media, games en muziek. En uiteraard zullen we blijven zoeken naar talent.’

De nadruk op innovatieve media zoals games en video komt voort uit de wens van het festivalteam om trends en ontwikkelingen voor jeugd en jongeren te volgen. Ook de ontwikkelingen in het jeugdtheater en -dansveld worden nauwlettend gevolgd. Meest opvallende trend dit seizoen is de hoeveelheid peuter- en kleutervoorstellingen: Bonte Hond staat op het programma met try-outs van de eerste tweeplus-voorstelling Harig Hondje, het Vlaamse gezelschap 4Hoog speelt de drieplus-voorstelling Keik en de makers van de festivalhit uit 2008, Rennen, spelen nu zelf in de vierplus-voorstelling HOP van het nieuwe spelerscollectief Nevski Prospekt. Blok: ‘Er wordt maar weinig goed theater gemaakt voor heel jonge kinderen. En de voorstellingen die er zijn, worden door veel te weinig mensen gezien. Het is een opkomend genre dat ruimte moet krijgen.’
Ook is de afgelopen edities intensief geïnvesteerd in de verbreding van dansvoorstellingen voor kinderen. Blok: ‘We vonden het een aantal jaar geleden noodzakelijk dat het dansidioom in Nederland werd opengebroken. We haalden bijvoorbeeld voorstellingen van het Oostenrijkse gezelschap Dschungl Wien naar het festival. Dat slaagt erin hoogwaardige dans te maken voor peuters, die bovendien interessant is voor ouders. En we hebben een paar jaar opdrachten gegeven aan jonge choreografen, zoals Laure Dever en Laura Vanborm. Met dergelijke initiatieven hebben we een stevige impuls gegeven aan de jeugddanssector in Nederland.’ Ook dit seizoen staat er weer werk van jonge choreografen op het festival, zoals van de Zweedse Alma Söderberg, die twee voorstellingen presenteert: Alles met de Spaanse Angela Peris Alcuantud en A talk met de Duitse Jolika Sudermann.

Het enorm gevarieerde programma van Tweetakt wordt aangeboden in tien dagen. Veel voorstellingen kunnen maar één keer worden geprogrammeerd en wie alles wil zien moet daar een flink aantal lange dagen voor uittrekken. Daarin valt volgens Blok nog wel het een en ander te verbeteren: ‘We hopen dat we het festival kunnen uitbreiden naar twee weken. Dan gaan we niet méér programmeren, maar dezelfde voorstellingen vaker spelen en minder voorstellingen op een dag doen. Gezinnen met kinderen gaan niet zes keer op een dag naar een voorstelling, dus de compactheid van het huidige programma is niet reëel in het licht van onze ambities. En we willen graag meer programmeren voor de grote zaal. Niet zozeer theater, maar muziek. Dit jaar doen we dat voor het eerst met Jungle by night invites jongNBE. Dan staan er dus ineens dertig jonge getalenteerde musici in de grote zaal van de Stadsschouwburg van Utrecht. We hopen in de toekomst ook te gaan samenwerken met Muziekcentrum Vredenburg. Ondanks dat we vrij positief zijn over onze kansen op subsidie en dus op voortzetting van het festival zullen we meer eigen inkomsten moeten genereren; daarvoor is een dergelijke schaalvergroting noodzakelijk. Maar die mag niet ten koste gaan van de inhoudelijke kwaliteit.’

Tweetakt
23 maart t/m 1 april, Utrecht
www.tweetakt.net