Sonnevanck

gepubliceerd in: 
TM
gepubliceerd op: 
01/11/2012

Theater Sonnevanck staat aan de vooravond van een metamorfose. De rijkssubsidie voor het relatief kleine BIS-gezelschap wordt bijna verdubbeld. De vijf sleutelwoorden om deze spannende uitdaging aan te gaan: structurele coproducties met vaste partners.

Door Brechtje Zwaneveld

Het kwam voor velen als een grote verrassing: Theater Sonnevanck zit vanaf 2013 als enige jeugdgezelschap voor landsdeel Oost in de Basisinfrastructuur (BIS). De medewerkers van het gezelschap uit Enschede hoopten erop, ze durfden er niet zomaar van uit te gaan. Maar het gebeurde toch. Niet Kwatta uit Nijmegen maar Sonnevanck uit Enschede krijgt een half miljoen rijkssubsidie. Terwijl het relatief kleine Sonnevanck momenteel de laagste subsidie van alle jeugdgezelschappen in de BIS ontvangt en vier jaar geleden nog om de oren werd geslagen met een zeer kritische beoordeling van de Raad voor Cultuur over de artistieke kwaliteit, de landelijke samenwerking en de talentontwikkeling.
Die koek was bitter, maar maakte bij artistiek leider Flora Verbrugge en de vaste medewerkers wel een vastberaden en bruisende energie los.
Verbrugge: ‘Na dat advies van vier jaar geleden hebben we grondig geanalyseerd welke kritiek we terecht vonden en welke niet. Van daaruit zijn we begonnen om een koers uit te zetten die artistiek en organisatorisch bij ons past. Het heeft ertoe geleid dat er een stevige frisse wind door ons gezelschap is gaan waaien.’
Zoals de wind van gastregisseur Celil Toksöz in Woestijnwind (2010), waarin jazzmuziek werd gecombineerd met Arabische sprookjes. Of die van Marije Gubbels, die Een engel met vieze voeten (2012) maakte, losjes gebaseerd op het beroemde boek Heidi. In samenwerking met Artez Hogeschool voor de Kunsten uit Arnhem en Zwolle werd het muziektheaterconcours 2Scoremusictheatre opgezet voor het ontwikkelen van nieuwe muziektheaterconcepten voor een jong publiek.
Verbrugge: ‘We hebben een brede, ambitieuze vernieuwing ingezet en die vernieuwing breiden we de komende vier jaar nog verder uit. Bijvoorbeeld door structurele samenwerkingsverbanden met Theatergroep Oostpool, de Nationale Reisopera en het Nederlands Symfonieorkest. Daarvoor hebben we de afgelopen vier jaar keihard gewerkt en dat is gehonoreerd door de Raad en OCW. Daarmee zijn we enorm blij.’

Concurrentiestrijd
Maar Verbrugges vreugde en opluchting hebben ook een keerzijde: ‘De ellende die andere gezelschappen te verduren krijgen, is vreselijk naar. De situatie bij De Toneelmakerij in Amsterdam (krijgt één miljoen minder rijkssubsidie, red.) is schandalig. En de concurrentiestrijd die hier in landsdeel Oost is ontstaan met collega-gezelschap Kwatta was ook afschuwelijk. Zeker gezien het feit dat er vier miljoen mensen in dit landsdeel wonen en er domweg twee jeugdgezelschappen nodig zijn om alle kinderen in deze regio te kunnen bedienen. Het is ondenkbaar dat wij alle scholen waar Kwatta nu speelt er “even” bij gaan doen. Dan hebben we nog vijf ton subsidie nodig. Wij ondersteunen de claim van Kwatta bij de provincie Gelderland om te blijven bestaan dan ook volledig.’

Twaalf plus
Ondertussen staat de blik van Verbrugge op de toekomst. Want de subsidieverhoging, van 280 duizend naar 500 duizend euro, brengt uiteraard ook een grotere opdracht met zich mee. Vier jaar geleden al kreeg Sonnevanck expliciet de opdracht om ook voorstellingen voor jongeren vanaf twaalf jaar te gaan maken. Een uitdaging die onmiddellijk werd aangegaan met bijvoorbeeld de voorstelling Lucky track (2011) van Herman van Baar. Maar omdat de subsidie relatief laag was, kon niet jaarlijks voor deze leeftijdsgroep een voorstelling worden uitgebracht. Verbrugge: ‘Daardoor hebben we geen stevige markt kunnen opbouwen met onze twaalfplus-voorstellingen, laat staan dat we óók konden gaan produceren voor jongeren vanaf vijftien.’
Dat zal het gezelschap nu wel moeten gaan doen. De opdracht van OCW voor een BIS-gezelschap luidt namelijk dat voor kinderen van vier tot en met achttien jaar theater moet worden aangeboden.
Om aan deze opdracht te kunnen voldoen gaat Verbrugge structureel samenwerken met Theatergroep Oostpool uit Arnhem. Oostpool maakt al jaren trailervoorstellingen voor jongeren vanaf vijftien jaar. Dat doet het gezelschap met gelden uit zijn educatiebudget onder het devies: ‘Seks leer je ook alleen maar door het te doen, niet door erover te praten.’ Je kunt jongeren dus beter een voorstelling laten bijwonen dan ze lastig vallen met een lesje over theater, vinden ze bij Oostpool. Naast de trailervoorstellingen kent het gezelschap bovendien de jaarlijkse ‘Coming of age’-productie die wordt gespeeld door jongeren en Club Oostpool, avonden waarop jonge kunstenaars en makers kleine acts en projecten kunnen tonen aan een jongerenpubliek.
Oostpool benaderde Sonnevanck met de vraag om de krachten op het gebied van jongerentheater te bundelen. Die bundeling heeft erin geresulteerd dat beide gezelschappen jaarlijks een gelijk bedrag in een gezamenlijke pot storten, waarvan jaarlijks twee coproducties voor jongeren worden gerealiseerd. Eén voor kinderen vanaf twaalf en één voor kinderen vanaf vijftien jaar. De ene keer regisseert iemand van Oostpool en wordt bij Sonnevanck gerepeteerd, de volgende keer gaat het andersom.
Verbrugge: ‘Ik ben heel blij met deze constructie waarbij we gebruik maken van elkaars expertise en netwerk. Op deze manier verbreden beide gezelschappen hun horizon door voor een nieuwe leeftijdsgroep voorstellingen te gaan maken. Oostpool werkt al langer voor jongeren vanaf vijftien en wij hebben inmiddels ervaring met voorstellingen voor jongeren vanaf twaalf, dus we kunnen veel van elkaar leren. Wij gaan bijvoorbeeld dankbaar gebruik maken van hun concept van jongerenvoorstellingen en hun idee van Club Oostpool. Van beide zullen wij een Enschedese versie gaan ontwikkelen om een actieve betrokkenheid met ons toekomstige jongerenpubliek te bewerkstelligen.’

Orkest en opera
Behalve met Theatergroep Oostpool gaat Sonnevanck ook structureel coproduceren met het Nederlands Symfonieorkest en de Nationale Reisopera, beide gevestigd in Enschede. Verbrugge: ‘De samenwerking met de Nationale Reisopera gaat ons op het gebied van vormgeving en kostuums een enorme boost geven. Het is geweldig te kunnen profiteren van hun ervaring, ateliers en techniek.’
De Nationale Reisopera moet vanaf 2013 overigens rigoureus inkrimpen wegens zestig procent wegvallende subsidies. Volgens Verbrugge is deze samenwerking een lichtpuntje in barre tijden: ‘De toekomst van de opera gaat er heel anders uitzien. Die was altijd vooral gericht op de internationale scène. Daar pasten wij als jeugdgezelschap van Overijssel niet bij. Dat begrijp ik best. Maar nu ze als kleinere projectorganisatie met een nieuwe intendant verdergaan, is hun blik meer op Enschede gericht en is een samenwerking met ons heel vanzelfsprekend.’
Sonnevanck maakt namelijk al sinds de oprichting in 1990 muziektheater. Nieuw geschreven verhalen bijvoorbeeld, zoals Schaap met muziek van Monteverdi voor kinderen vanaf vier jaar, of bewerkingen van sprookjes zoals Sneeuwwitje met nieuwe hedendaagse klassieke muziek. Voor Verbrugge is theater zonder muziek ‘een beetje droog’.
Verbrugge: ‘Ik hou ervan te kijken naar mensen die muziek maken. Je ziet hoe muzikanten elkaar aankijken, hun adem op elkaar afstemmen en beginnen. Dat is fantastisch. Dat is een ultieme vorm van samenwerken, iets wat ik ook voor kinderen heel belangrijk vind om te kunnen ervaren. En dat zo’n houten instrument zo’n prachtige klank kan voortbrengen vind ik nog altijd een wonder.’
Ze heeft nooit conservatorium gedaan, maar ontwikkelde haar muzikaliteit als klein kind op de Amsterdamse volksmuziekschool, opgericht door Willem Gehrels, de opa van de huidige Amsterdamse wethouder voor cultuur Carolien Gehrels. Verbrugge: ‘Ik ging daar samen met mijn broer en zus twee keer per week heen. Dan leerden we zingen met het do-re-mi-systeem. De leraar maakte met zijn handen gebaren die de noten aangaven. Wij wisten welke noten bij welk gebaar hoorden en zongen wat werd aangegeven. Tweestemmig, elke hand gaf een andere stem aan. Ik zou het nu niet meer kunnen.’

Wildeman
De samenwerkingsverbanden bij Sonnevanck zijn alle nieuw en dus allemaal spannend. Daarmee staat het gezelschap letterlijk aan de vooravond van een metamorfose. Die is al stilletjes begonnen met een nieuwe website en een nieuw logo. In de loop van het jaar zal een extra repetitieruimte worden gebouwd en krijgen de kantoren een make-over.
De eerste voorstelling van het transformerende Sonnevanck gaat begin december in première. Wildeman is een coproductie voor de kleine zaal met de Nationale Reisopera én het Nederlands Symfonieorkest. Sonnevanck levert concept, tekst, regie, decorontwerp, een danser en een acteur, het Nederlands Symfonieorkest is verantwoordelijk voor de arrangementen en drie musici en de Nationale Reisopera brengt twee zangers in en verzorgt de uitvoering van decor en kostuums.
Op muziek uit het hele oeuvre van Mozart wordt een verhaal verteld over een jongen die niet binnen de reguliere kaders past. Hij lijkt bij zijn geboorte meer op een aap dan op een jongen en wordt verbannen uit het koninkrijk.
Verbrugge: ‘Het idee ontstond toen een bevriende Duitse regisseur, artistiek leider van de Junge Oper in Mannheim, me vertelde dat ze iets met Mozart voor kinderen moest doen. We kregen het plan om samen een productie te maken en vroegen verschillende musicologen hoe zij het hele oeuvre van Mozart - dus van zijn religieuze werken tot zijn opera’s, van zijn liederen tot zijn symfonieën – zouden karakteriseren. Ze vlogen elkaar in de haren over die vraag, maar over één ding waren ze het roerend eens: zijn muziek is onstuimig. Ik moest toen meteen denken aan al die jongens op de basisschool die door de samenleving al te gemakkelijk als “te druk” worden afgeschreven. Toen mijn zoon iets ouder was, schrok ik heel erg van het vooroordeel dat jongens van dertien per definitie “rotjongens” worden genoemd, zonder dat er eerst wordt gekeken of het wel echt rotjongens zijn. De samenwerking met Mannheim is uiteindelijk niet doorgegaan, maar het idee heeft me niet losgelaten. En dat heeft nu, met deze samenwerking, een geweldige bedding gekregen.’