Reportage over het National Arts Festival in Zuid-Afrika

gepubliceerd in: 
NRC
gepubliceerd op: 
24/08/2015

In scholen, collegezalen, townhalls - overal in de paar straten van Grahamstown, een Universiteitsstadje in de Oost-Kaap van Zuid-Afrika, zijn verstopte zaaltjes. Jaarlijks vindt hier in juli het National Arts Festival plaats dat met honderden voorstellingen en muziekoptredens het grootste kunstenfestival van het Afrikaanse continent en een van de grootste internationale kunstenfestivals ter wereld is.
Nederland is stevig vertegenwoordigd met onder andere voorstellingen van Speeltheater Holland Studio, Orkater en een delegatie van het Amsterdam Fringe Festival. Anneke Jansen, scheidend artistiek directeur van Amsterdam Fringe, komt sinds 2011 in Grahamstown om voorstellingen te scouten en zit bovendien in de jury van de Ovations, de prijzen van Grahamstown Fringe. ‘In tien dagen bezoek ik zo’n zestig voorstellingen. Een goeie Fringe heeft weinig middenmoot en veel uitschieters naar boven en beneden’, vertelt ze na afloop van Kafka’s Ape onder een gigantisch antilopegewei in een chique herenclub die tijdens het festival de deuren heeft geopend voor de uitbundige festivalgangers.
Kafka’s Ape was onmiskenbaar een uitschieter naar boven. De voorstelling is een monoloog naar Kafka’s korte verhaal Verslag aan een academie over een aap die in vijf jaar tijd ontwikkelt tot mens. Gespeeld door de zwarte acteur Tony Bonani Miyambo, in het land waar tijdens de Apartheid zwarte Zuid-Afriakanen letterlijk als apen werden afgeschilderd, krijgt het stuk bovendien nog een extra lading. Jansen zal de voorstelling volgend jaar in Amsterdam programmeren: ‘De tekst is indrukwekkend bewerkt. Het idee dat je je moet conformeren aan de massa om te kunnen overleven gaat duidelijk over Zuid-Afrika van nu en de recente geschiedenis, maar het engagement is niet dwingend, waardoor de voorstelling die lokale actualiteit tegelijkertijd overstijgt.’
De uitwisseling tussen Grahamstown Fringe en Amsterdam Fringe ontstond vijf jaar geleden vanuit een gedeelde wens om de markt voor makers te vergroten en de uitwisseling tussen westerse en niet-westerse (theater)culturen te verstevigen. Zuid-Afrikaans theater heeft – zoals de rest van het land – een onmiskenbaar Britse invloed: het kent een traditie van fysieke clowning en maskers, een keurig lineair verteld verhaal en – in onze Nederlandse ogen – af en toe behoorlijk illustratieve vormkeuzes; anderzijds is er een Afrikaanse invloed van groot dramatisch spel en vet emotionele momenten. Not done voor Nederlandse begrippen, maar Jansen merkt aan het succes van de Zuid-Afrikaanse voorstellingen tijdens Amsterdam Fringe dat er een groeiende behoefte bestaat aan kwalitatief hoog, maar laagdrempelig en emotioneel theater. Dit jaar, tijdens de tiende editie van Amsterdam Fringe, is onder andere Andrew Bucklands versie van Tsjechovs monoloog Over de schadelijkheid van tabak te zien. De tekst is een tikje naar het nu gehaald en verder voorzien van verbluffende slapstick rond een katheder. Voor Jansen vertegenwoordigt deze voorstelling - en Andrew Buckland in het bijzonder - de grandioze virtuositeit van de Zuid-Afrikaanse acteertraditie: ‘Buckland beheerst het ambacht van clowning zo door en door dat hij iets volkomen nieuws brengt aan het Nederlandse publiek en theater.’