Reportage Oorkaan

gepubliceerd in: 
TM
gepubliceerd op: 
01/10/2013

Cello8ctet Amsterdam wilde iets voor kinderen maken. En dan zou het wel leuk zijn als de acht musici niet gewoon naast elkaar op een stoel zouden zitten, dachten de cellisten zo. Dan zou het wel leuk zijn als de muziek aan zou sluiten bij de concentratie en belevingswereld van kinderen. Hoe? Met een verhaal, een zangeres en een regisseur die het geheel in een theatrale context zou plaatsen. De regisseur werd gevonden in Dagmar Slagmolen, die zelf ook cello speelt en wiens lievelingsmuziek Philip Glass’ The secret agent in uitvoering van het Cello8tet Amsterdam is. Samen met Sanne Bijker – volgens de website ‘de filosoof en schrijver’ van het octet – werd een uitgebreid plan van twintig pagina’s ontwikkeld. Vervolgens leek het logisch als Oorkaan – producent van muziekvoorstellingen voor kinderen met een uitgebreid werkplaatstraject – dat plan zou gaan produceren.
Het liep anders. Meteen al in het eerste gesprek tussen Bijker, Slagmolen en Jessica de Heer, artistiek directeur van Oorkaan, werd duidelijk dat acht cello’s op het podium een interessant gegeven was, maar dat het plan van tafel moest. Het plan steunde op de verhalende lijn van de zangeres en dat zou de kracht van de muziek van acht cello’s te veel naar de achtergrond dringen. En bij Oorkaan mag in principe alles, zolang de muziek maar uitgangspunt en hoofdrolspeler blijft.
Oorkaan biedt plannenmakers als Slagmolen en Bijker de kans om in een werkplaats van tien dagen uit te zoeken hoe muziek op een theatrale manier kan worden verbeeld voor kinderen. Als het in zo’n werkplaats klikt, mag nog drie weken worden doorgewerkt aan een voorstelling.
Aldus geschiedde. Maar zonder zangeres en zonder plan. Althans, Slagmolen had bij aanvang van de werkplaats wel een eenvoudig concept in haar hoofd over een vogel die over de wereld vliegt op zoek naar vriendschap. En er was in overleg met het octet een muziekstuk gekozen dat als uitgangspunt zou dienen: Shaker loops van John Adams. Daarnaast kreeg het octet van Slagmolen de opdracht enkele stukken met verschillende klankkleuren uit het eigen repertoire uit het hoofd te kennen. Bovendien kreeg elke cellist de opdracht om zichzelf muzikaal aan haar voor te stellen, zonder bestaande muziek, zonder tekst en zonder alleen maar op een stoel te zitten. Bijker: ‘Dat was heel spannend. Zoiets hadden we geen van allen ooit gedaan, iedereen wilde het natuurlijk graag goed doen.’ Slagmolen: ‘Ik wilde de muzikanten alléén zien, niet verscholen achter het gezamenlijke van het octet en niet verscholen achter bladmuziek. Hun solo’s gaven mij direct inzicht in hun afzonderlijke gevoel voor theatraliteit.’
In de weken die volgden onderzocht Slagmolen met het octet allerlei verschillende mise-en-scènes. Slagmolen: ‘Ik zocht een manier om de celli om te vormen tot een extra lichaamsdeel. De cellisten moesten opnieuw leren lopen, rennen, zitten en liggen. Uiteindelijk vonden ze ieder voor zich foefjes om met dit extra lichaamsdeel vrijwel alles te doen wat ze voorheen zonder cello ook deden. Het octet was zeer gretig. Natuurlijk ging in eerste instantie steeds de kwaliteit van de muziek verloren en natuurlijk protesteerden de cellisten daartegen. Maar bijna altijd bleek dat de kwaliteit terug te veroveren was in de bewegingen.’
Nog op de Toneelschool van Arnhem maakte Slagmolen haar eerste muziektheatervoorstelling. Een eigen bewerking van Medea, onder begeleiding van Paul Koek. Minutieus werd onderzocht hoe tekst en muziek door elkaar geweven konden worden. Na de Toneelschool begon ze haar eigen muziektheatergezelschap Via Berlin. Dat opereerde in het begin nog onder de vleugels van Orkater, maar is inmiddels zelfstandig. Zelfgeschreven tekst en klassieke muziek uit het wereldrepertoire vormen het uitgangspunt. Musici worden altijd ingezet als acteurs en de acteurs spelen allemaal een instrument. ‘Ik ben ervan overtuigd dat je naar muziek kijkt. Een goeie mise-en-scène versterkt de muziek en dus het verhaal dat je wil vertellen’, aldus Slagmolen.
Bijker is in Cellostrom een duif geworden die op zoek gaat naar vrienden. Ze vliegt, ze pikt en behalve haar cello strijkt ze ook haar veren. Bijker: ‘De ‘rollen’ die we spelen hebben we op de vloer ontwikkeld. Wij zijn op het gebied van spel natuurlijk amateurs. Dagmar gaf ons de gelegenheid om te ontdekken wat we goed kunnen. Het grappige is, dat we ons nu bij ‘normale’ concerten ook veel bewuster zijn van hoe we zitten. We zijn niet alleen nog maar een collectief, maar ook acht individuen. En we spelen vaker muziek uit ons hoofd.’

[Kadertekst]
Wat is muziektheater volgens Dagmar Slagmolen en Sanne Bijker?
‘Muziektheater is meer dan een concertante uitvoering en ook meer dan tekst met een achtergrondmuziekje. Veel muziektheater wordt gemaakt door acteurs die ook muzikant blijken te zijn. Maar het omgekeerde kan ook, zoals wij nu met Cellostorm hebben gedaan. Misschien doet het woord ‘muziekvoorstelling’ daaraan het meeste recht: een voorstelling waarin de directe, onontkoombare emotie van de muziek een verhaal vertelt.’