Reportage Het Houten Huis

gepubliceerd in: 
Theatermaker
gepubliceerd op: 
01/02/2015

Het Houten Huis verplaatste zich begin 2013 van Edam naar Groningen. Het gezelschap nam de plek over van De Citadel als jeugdtheatergezelschap voor de Noordelijke provincies in de Basisinfrastructuur. Artistiek leider Elien van den Hoek en zakelijk leider David van Griethuysen verhuisden met hun gezinnen zo’n tweehonderd kilometer naar het noorden. Het Houten Huis veranderde van de ene op de andere dag van een ad-hoc gezelschap in een organisatie. Nu zijn ze twee jaar verder en ging Theatermaker kijken hoe het hen daar vergaat.
Door Brechtje Zwaneveld

In de hal van de Kentalis Tine Marcusschool staat een geknutselde vuurtoren in een vitrine. De centrale ruimte van de school voor speciaal onderwijs is met pipes and drapes omgetoverd tot een zwarte doos. Daar kijken vanochtend honderd kinderen van groep 1 t/m groep 4 naar Vuurtoren wacht van Het Houten Huis.
De vuurtoren wacht en matroos gaat uit varen. Zo is dat nou eenmaal met vuurtorens en matrozen. De een waakt als de ander het ruime sop kiest. De vuurtorenvrouw (Anne Harbers) dept haar tranen met tissues. Ze mist matroos (Taco van Dijk), maar kan niet anders dan wachten. Ze krijgt bezoek van de postbode en een vliegenier. Één keer is er post van matroos. Hij doorstaat weer en wind met zijn boot. De seizoenen verstrijken, in beeld maar ook in klank. Omringd door gongs, jerrycans en andere instrumenten verklankt Raimund Groß vallende bladeren, voorbijtrekkende ganzen, kou en hitte.
De voorstelling is een typische Houten Huis-voorstelling: beeldend, fysiek, poëtisch, muzikaal en met veel oog voor detail en eenvoud. De kinderen gaan helemaal op in wat ze zien. Worden stil als de vuurtorenvrouw moet huilen, gieren het uit als de postbode valt met zijn fiets en roepen hartstochtelijk ‘ieuw!’ als matroos en vuurtorenvrouw elkaar kussen.
Na afloop, als de kinderen terug zijn naar hun lokaal, sleutelt regisseur Elien van den Hoek nog even met de acteurs aan een paar scènes. Ze heeft de voorstelling lang niet gezien en vindt het ritme van het veelal woordloze spel niet overal goed. Toen ze twaalf jaar geleden nog op de toneelschool in Amsterdam zat, speelde ze zelf vuurtorenvrouw. Ze bedacht de voorstelling toen samen met David van Griethuysen, die matroos speelde, en Gienke Deuten, die regisseerde. In 2006 kreeg de voorstelling een nieuw leven door de toevoeging van componist/ muzikant Martin Franke en inmiddels beleeft de voorstelling met twee nieuwe spelers een derde leven in de gymzalen, aula’s en speellokalen van basisscholen in het Noorden van Nederland. Elien van den Hoek en David van Griethuysen zijn sinds januari 2013 artistiek en zakelijk leider van het jeugdtheatergezelschap van het Noorden.

Ergens halverwege 2012 had Het Houten Huis de boel al mooi voor elkaar: met een substantiële vierjarige subsidie van het Fonds voor de Podiumkunsten zouden ze zich te vestigen in het Speeltheater in Edam, dat tot dan toe werd behuisd door Speeltheater Holland. Maar voor dat de toewijzing van het FPK bekend was, wees het ministerie van OC&W de aanvraag af van De Citadel in Groningen - al twintig jaar het jeugdtheatergezelschap van het Noorden. Die plek kwam vrij en Het Houten Huis werd onmiddellijk door verschillende Groningse kunstinstellingen gestimuleerd om een gooi te doen naar de functie van jeugdtheatergezelschap voor de regio noord. Hoewel Van den Hoek en Van Griethuysen zich hadden voorgenomen het eindelijk iets rustiger aan te gaan doen, besloten ze het er toch op te wagen. Van Griethuysen: ‘Als Bis-gezelschap met een expliciete taak om zowel reisvoorstellingen als schoolvoorstellingen te maken, zouden we een veel groter maatschappelijk bereik krijgen. Die kans moesten we nemen.’ Dus in twee weken tijd werd de subsidieaanvraag geschreven en met succes. Het gezelschap kon kiezen en koos Groningen.
Privé betekende de nieuwe kans een grote verandering: huizen moesten verkocht, er moest nieuwe woonruimte worden gevonden en de stroomversnelling kreeg nog wat extra vaart, toen Van den Hoek op de avond dat zij hoorde dat de subsidie was toegekend, ontdekte dat ze in verwachting was van haar eerste kind.
Met het vinden van woonruimte liep alles gelukkig gesmeerd en met de voorbereidingen ook. Van den Hoek: ‘Iedereen hier, Het Grand Theater, het Noord Nederlands Toneel, de Stadsschouwburg Oosterpoort, Club Guy en Roni, had zin in onze komst. We werden in allerlei verkennende samenwerkingsgesprekken betrokken, er werd gesproken over mogelijke coproducties – het was een geweldig warm bad.’ Toch bleek de opstart zwaar. Er was weliswaar subsidie, een taak, goodwill van andere partijen en heel veel energie van de artistieke kern (Van Griethuysen, Van den Hoek, actrice/maker/educatiemedewerker Inez de Bruijn en componist/muzikant Martin Franke), maar verder was er niets. Geen kantoorruimte, geen repetitieruimte, geen medewerkers voor zaken als publiciteit en productie, geen goede website, ‘we wisten zelfs geen copyshop in de stad om uitnodigingen te vermenigvuldigen’, aldus Van Griethuysen.
Als ad hoc-gezelschap met slechts een tweejarige fondssubsidie achter de rug, had het Het Houten Huis nauwelijks ervaring met het leiden van een ‘heuse’ organisatie of het aan de man brengen van schoolvoorstellingen. En een netwerk had het kersverse gezelschap in de nieuwe regio al helemaal niet. Van De Citadel namen ze één medewerker over, Rosmarijn Kok, verantwoordelijk voor de educatie en verkoop van schoolvoorstellingen. Maar op de brochure met het schoolaanbod voor het seizoen 2013-2014, die naar 1500 scholen in de provincies Drenthe, Groningen en Friesland ging, kwam niet één reactie terug. De bemiddelingsfuncties tussen het onderwijs en kunstinstellingen waren in stad en provincie in 2004 wegbezuinigd en het kwetsbare netwerk van De Citadel bleek allerminst zomaar overgenomen te kunnen worden.
‘We moesten echt from scratch beginnen’, vertelt Van Griethuysen. ‘En dan loop je tegen heel gebruikelijke opstartproblemen aan. Het was een puzzel om het juiste team op kantoor samen te stellen, dus daarin zat een vrij groot verloop. Het kost tijd om met elkaar de artistieke identiteit en uitgangspunten te formuleren en je daarmee ook te profileren in de stad, de regio en naar andere instellingen. Aan veel oorspronkelijke samenwerkingsplannen zijn we dan ook nog helemaal niet toegekomen. Daarvoor moet je elkaars werk en organisatie eerst beter leren kennen en onze organisatie staat nog in de kinderschoenen, we kennen haar zelf bij wijze van spreken nog niet eens ten voeten uit. Bovendien hebben andere partners het door de bezuinigingen moeilijk, waardoor wat zij te bieden hebben ook minder is dan ze aanvankelijk hoopten.’
Ondertussen werd er wel kantoorruimte gevonden op het NS-station van Groningen en werd de eerste voorstelling van het gezelschap, Hotel perdu – gerepeteerd in een goedkoop afgehuurde oude loods op een industrieterrein - jubelend ontvangen met een nominatie voor de Gouden Krekels van de VSCD en de toekenning van de Zapp theaterprijs 2014. Ronduit ongelukkig was dat Van den Hoek tijdens haar zwangerschap zeer zware bekkeninstabiliteit opliep en na de regie van Hotel perdu haar werk uiteindelijk volledig moest neerleggen. Een grote coproductie met Stichting Maatwerk uit Rotterdam moest worden uitgesteld, Van Griethuysen nam naast zijn taak als zakelijk leider ook de artistieke taken van Van den Hoek over en zo moest het ‘net een half jaartje opgestarte gezelschap in de nieuwe regio’ het binnen no time zonder artistiek leider doen.
Van Griethuysen: ‘Ik vergelijk de afgelopen twee jaar wel eens met een wild paard. We zijn op zijn rug gesprongen, hebben ons aan de wapperende manen vastgehouden en hebben gedraafd. Als een dolle. Tijd om na te denken, was er niet. We moesten gáán. Dat deden we en hoewel we af en toe bijna van de rug vielen, bleven we toch zitten. En nu begint het paard tot rust te komen. We hebben zijn kracht leren kennen en die van onszelf, en nu wordt het tijd om een zadel op die bezwete rug te leggen en het paard te beteugelen en richting te geven.’
Inmiddels is er van alles van de grond gekomen. Samen met de schouwburg Oosterpoort, Het Grand Theater en het Noord Nederlands Orkest heeft Het Houten Huis een cultuurmenu ontwikkeld voor scholen. En dat ‘menu’ met voorstellingen op school en in de twee theaters, is in 2014 vijfduizend keer afgenomen, in 2015 al achtduizend keer. Karlijn Benthem, per september 2014 samen met Inez de Bruijn verantwoordelijk voor de educatie, vertelt dat het contact met scholen langzaam op gang begint te komen: ‘Als ze eenmaal een voorstelling van ons hebben gezien, zijn ze enthousiast en zeer bereidwillig tot verdere ontmoetingen’ Vrijwilligers blijven zich aanmelden en een steeds grotere publieksgroep blijft het gezelschap trouw volgen. Er is na veel lobbywerk goed contact met de drie provinciebesturen en twee daarvan gaan het gezelschap vanaf 2015 een heel klein beetje subsidiëren. Van alle acht Bis-gezelschappen ontvangt Het Houten Huis de minste subsidie van provincie en gemeente samen - bijna drie ton minder dan het op twee na laagst gesubsidieerde gezelschap - maar qua bezoekersaantallen staat het gezelschap op de vijfde plek. De reprise van Hotel perdu is volgend seizoen meer verkocht dan gepland, Vuurtoren wacht gaat ook volgend seizoen nog op scholen in de regio spelen en Adios toert nationaal en internationaal voor vaak uitverkochte zalen.

Tussen de middag wordt er gezamenlijk geluncht op het kantoor boven de Starbucks op het station. Speciaal hiernaartoe gekomen zijn vandaag Marie Groothof en Ariadne Rubio Lléo. Zij zijn net begonnen met hun project Geen applaus voor cijfers, een coproductie met het NNT. Ze vertellen over hun onderzoeksdag op een middelbare school waar ze de komende weken af en toe materiaal zullen gaan testen. Hun voorstelling zal worden gespeeld in brugklassen op scholen en ze onderzoeken momenteel hoe hun doelgroep denkt over thema’s als vrijheid en autoriteit binnen een schoolsysteem. Al snel zit iedereen aan de lunchtafel hardop mee te praten over de do’s en dont’s van allerlei schoolsystemen en leermethoden. Van Griethuysen vertelt na afloop: ‘Dit lijkt heel normaal voor een gezelschap, maar voor ons is het een van de eerste keren dat we op deze manier iedereen bij elkaar hebben en met zijn allen ‘tussendoor’ over van alles en nog wat praten. Zulke momenten zijn verschrikkelijk belangrijk voor vertrouwen en ontwikkeling van de artistieke koers. Maar vooralsnog zijn die momenten schaars omdat we geen repetitieruimte bij ons kantoor hebben en pas sinds kort ons team compleet hebben.’
De komende twee jaar staan nieuwe voorstellingen en projecten op stapel en enkele reprises. Van den Hoek zal langzaam maar zeker haar functie als artistiek leider weer volledig opnemen en samen met Van Griethuysen en de rest van het team gaan focussen op de aanvraag voor de nieuwe vierjarige subsidies vanaf 2017.
Van Griethuysen: ‘Tot nu toe hebben we in de grond geheid en gebouwd aan dingen die nog niet zo heel erg zichtbaar zijn. De komende jaren zal er steeds meer zichtbaar worden. We weten inmiddels veel beter waar we zijn beland en hoe het hier werkt. De afstanden in deze regio zijn bijvoorbeeld groot, voor veel scholen is het te duur om naar een van de theaters te komen. We kunnen klasvoorstellingen maken, of voorstellingen op schoolpleinen, maar we zijn ook aan het nadenken over andersoortige projecten. Kunsteducatie kan veel meer zijn dan alleen maar lesmateriaal bij een voorstelling. Als we kinderen met projecten op scholen iets kunnen leren over hun eigenheid en de manier waarop je naar kunst, maar ook naar het leven kan kijken, dan dragen we echt bij aan het kritisch denkvermogen en de emotionele ontwikkeling van mensen. Dat is de droom naar maatschappelijk bereik waarmee wij hier naartoe zijn gekomen en die gaan we stap voor stap uitvoeren.’