Recensie Naar de haaien van Die Wëreldbänd en Oorkaan
Vijf mannen kijken geconcentreerd naar een klankschaaltje in de hand van één van hen. In hun midden prijkt een cello getooid met strooien hoed. Het schaaltje brengt zijn ijlste geluid voort en het verstilde startschot van een uiterst kolderieke en ontroerende voostelling is gegeven.
Het handelsmerk van de wereldband (samen een ontelbare hoeveelheid instrumenten bespelen, waarop even zoveel muziekstijlen ten gehore worden gebracht) komt in deze kleutervoorstelling in al zijn humor en eigengereide virtuositeit volledig tot zijn recht. Percussie met plasticbekertjes, een snerpende tango als zeevaarders lied, een interactieve regenbui en een smartlap die het hele publiek uit volle borst meebrult en na afloop bij de garderobe nog altijd voor zich uit neuriet; de Wëreldbänd heeft de zaal van vijf jaar en ouder volledig ingepakt met deze muzikale vertelling over vijf jongens die heel jong hun moeder verliezen maar weigeren om daardoor ‘naar de haaien’ te gaan.
Deze muzikanten laten zich niet alleen graag horen, ze laten ook bijzonder graag naar zich kijken. In hun podiumaanwezigheid versmelt de gespannen muzikantenconcentratie met goed gedoceerd stripachtig spel en behapbare kwajongensdansjes. Het verhaal pretendeert niet meer te zijn dan het is: tweeregelige liedjes berichten over een akelige stiefmoeder of wijze raad van een tuba om elkaar verhalen te vertellen tegen verdriet. Simpele beelden, zoals een getooide cello als dierbare moeder, doen de rest. Door die eenvoud kan de muziek juichen, vereren, kermen, zelfverzekerd volhouden en overwinnen.