Recensie Ifigineia koningskind (8+) van NTjong

gepubliceerd in: 
theaterkrant.nl
gepubliceerd op: 
08/10/2017

Het gebeurt niet vaak dat jeugdtheaterrepertoire opnieuw wordt uitgevoerd. Regisseur Noël Fischer heeft zich bij NTjong gewaagd aan Ifigeneia koningskind, dat zo’n kwart eeuw geleden is geschreven door Pauline Mol. Een tekst, waarin Euripides’ klassieker Ifigeneia in Aulis wordt verteld vanuit het perspectief van het kind.

De taal in Ifigeneia koningskind is bondig en geestig. Direct ook. Onomwonden. ‘Moet ik mijn kind vermoorden omdat jouw vrouw een slet is?’ vraagt koning Agamemnon aan zijn broer Menelaos als hij te horen krijgt dat hij zijn dochter Ifigeneia moet offeren om de wind te laten waaien. Alleen met wind kan de vloot uitvaren om Menelaos’ vrouw Helena terug te halen uit Troje. Ifigeneia zelf spreekt in bemoedigende herhalingen. ‘Papa, ben je blij om mij te zien?’ vraagt ze keer op keer als ze, denkend dat ze gaat trouwen, aankomt in het legerkamp aan de kust .

Pauline Mol laat Ifigeneia altijd vergezeld worden door het kind. Waar Ifigeneia voortdurend vol van vertrouwen is over de bedoelingen van haar ouders, stelt het kind vragen, voelt het kind dat er iets niet klopt, maant het kind Ifigeneia om toch alsjeblieft niet de problemen van haar ouders op te lossen. De rollen van Ifigeneia en het kind worden mooi oprecht gespeeld door respectievelijk Sarah Bannier en Rochelle Deekman. Ze verwoorden de stemmen van enerzijds onbegrip over de onrechtvaardigheid van de volwassenwereld en anderzijds de onvoorwaardelijke, kinderlijke wil om zelf volwassen te worden en heldhaftig korte metten te maken met moeilijke problemen.

Een mooie rol is ook weggelegd voor Jaap Spijkers als oude man. Kalm, weloverwogen en met het juiste gevoel voor genuanceerde relativering geeft hij zijn mening dat kinderlevens altijd moeten worden gespaard, biedt hij steun waar nodig en voert hij uit wat nou eenmaal moet worden uitgevoerd, ook als dat niet eenvoudig is.

Tegenover dit oprechte spel staat de overdrijving waarmee Sallie Harmsen moeder Klutaimnestra speelt. En ook Tarikh Janssen en Dalorim Wartes zetten Agamemnon en Menelaos vooral typematig neer, als coole dudes die even een oorlog gaan winnen. De volwassenen krijgen door deze spelkeuze in Fischers enscenering iets onherroepelijks onoprechts. En hoewel dat beslist lucht en hilarische momenten oplevert, bijvoorbeeld als Klutaimnestra en Agamemnon een hysterische ruzie in het Engels uitvechten om te voorkomen dat Ifigeneia hoort dat ze niet zal trouwen maar zal sterven, haalt die keuze ook de angel uit het drama. Want als Agamemnons dilemma tussen het landsbelang en zijn persoonlijke belang niet overtuigend is, en als Klutaimnestra’s gevecht om het leven van haar kind te redden blijft steken in opgeklopte buitenkantwoede, kan Ifigeneia’s uiteindelijk zelfgekozen opoffering ook nooit ontroerend worden.

En dat gaat in deze Ifigeneia koningskind wringen. De tekst, de snelheid, de humor en zeker de hedendaagse frisheid zijn dik in orde, maar de tragiek van een kind dat onverschrokken de wereld van razend moeilijke volwassendilemma’s binnenstapt, komt emotioneel minder goed uit de verf.