Recensie Een ijskoud wonder van het Filiaal

gepubliceerd in: 
theaterkrant.nl
gepubliceerd op: 
10/11/2013

Zoals meestal bij de voorstellingen van Het Filiaal is ook de opening van hun nieuwste grote zaalproductie Een ijskoud wonder meteen raak. Achter op het grote lege toneel zitten drie muzikanten. Ze zijn door de schaarse belichting nauwelijks te ontwaren. Ze zitten verscholen achter een stalen brug en als de sopraansax scherp begint te huilen, zien we dat er op die brug een jongen staat die van plan is om te springen. Net als hij dat wil doen komt er voor op het toneel een wand naar beneden en verschijnen twee engelen die zich beklagen over de drukte deze tijd van het jaar.
Dit filmische begin zet de toon voor de rest van de voorstelling. Waar regisseur Monique Corvers zich in eerdere grote zaalvoorstellingen, zoals Momo en de tijdspaarders en De vloek van Woestewolf wel eens heeft vergaloppeerd aan grote hoeveelheden scèneovergangen, kostuum- en decorwissels, heeft Een ijskoud wonder van begin tot einde de feel van een spannende filmklassieker. En dat komt niet alleen omdat de voorstelling een slimme bewerking is van een daadwerkelijke filmklassieker, namelijk It’s a wonderful life uit 1946. Dat komt omdat muziek en regie perfect om elkaar heen draaien, voortstuwen, inhouden, kleine uitstapjes maken en versmelten.
Het verhaal volgt grotendeels de film. Engel Clemens (met ‘het verstand van een cavia’, tikje overdreven stuntelig gespeeld door Gerold Guthman) krijgt de opdracht om te voorkomen dat Frank Beelen van de brug springt. Om zijn taak goed te kunnen uitvoeren moet hij eerst het levensverhaal van Frank bekijken. Dat verschijnt als schaduwspel op een wit doek. We zien hoe hij zijn broertje uit het ijs redt, de apotheker behoedt voor een fatale fout en tegen de tijd dat de machtigste man van de stad, Hakkert, zaken wil doen met Franks vader ‘gaan we over naar 3D’. De acht acteurs en drie muzikanten wervelen in fragmentarische scènetjes over het podium waar met enkele rijdende staalconstructies telkens andere taferelen worden opgeroepen.
Roland Haufe speelt de goeiige bankierszoon Frank met een ontwapenende energie. Zijn opofferingen voor anderen maakt hij zo vol bruisende overtuiging dat het des te schrijnender wordt dat zijn eigen droom, de wereld buiten zijn geboortedorp Hoekseveen zien, nooit zal uitkomen. De tegenpool van Frank wordt vet en vilein gespeeld door Ramses Graus. Hij geeft het Scrooge-achtige personage Hakkert – die alleen zichzelf wil verrijken en de familie Beelen met hun kleine bankje maar wat graag wil laten opgaan in zijn Hakkert-plaza - een goeie dosis sarcasme, hardheid en arrogantie.
Tegen het einde van de voorstelling wordt Dickens’ A christmas carol naadloos de voorstelling in gefietst als Hakkert in een nachtmerrie tot het inzicht komt dat vriendschap en liefde misschien toch fijner zijn dan rijkdom en hij net op tijd Franks faillissement voorkomt. Een ijskoud wonder heeft een hoog feelgood-gehalte en slaagt erin om met humor en ontroering een steengoed kerstverhaal over de bankencrisis te vertellen.