Recensie Dalí of hoe word ik beroemd van René Groothof
Uitgedost met wandelstok en snor, lijkt René Groothof verbluffend goed op de Spaanse schilder Salvador Dalí. Maar het zijn toch vooral de geëxalteerde poses, rollende ogen en jaren dertig dansjes waarmee Groothof de geniale gekte van Dalí tot leven wekt.
In Dalí, of hoe word ik beroemd zijn we te gast in het museum in Figueras. Met schitterende projecties en animaties van decorontwerper Rogier Willems wordt het publiek moeiteloos dat Daliaanse universum ingetrokken. Terwijl rondleidster Miep wetenswaardigheden vertelt, klimt de maestro himself uit zijn vrieskist.
Schrijver Don Duyns en regisseur Aike Dirkzwager hebben Dalí’s grote verlangen, om te worden ingevroren na zijn dood, ingewilligd. En daarmee op slimme wijze Dali’s doodsangst gebruikt als perfect kader om de beroemde surrealist in levende lijve ten tonele te voeren. Begeleid door een jonge toetseniste en al even jonge cellist, rapt Groothof langs rinocerossen, duizend kreeften, zijn levenslange muze Gala en de noodzaak om mensen te irriteren en altijd net iets anders te doen dan iedereen verwacht.
Hoewel het rappen Groothof niet altijd even gemakkelijk afgaat, slaat het wel een aardige brug naar de jeugd van nu. Die wordt ook expliciet aangesproken als Dalí de vloer aanveegt met alle hedendaagse sociale media, praatprogramma’s en talentenshows. Daarmee krijgt de voorstelling een ietwat dwingende boodschap. Al dat geneuzel op internet geeft ogenschijnlijke bekendheid, maar wordt net zo gemakkelijk gelezen als vergeten. Om werkelijk beroemd te worden, moet je doen zoals Dalí: alleen de pers laten komen als je iets geniaals hebt bedacht.