Recensie Circus Rouda van de Toneelmakerij
Op dramatische blaasmuziek verschijnt een bontgekleurde stoet: wapperende shawls en rokken, houten karren en kromgetrokken ruggen. Het is de zigeunerfamilie Rouda, onderweg, zoals circusartiesten altijd onderweg zijn.
Vier spelers en vijf poppen vertonen hun circuskunsten. Er wordt vlotjes gejongleerd en op eenwielfietsjes gedanst. Het paard en de kat zijn vanzelfsprekend (en ook letterlijk sprekend) onderdeel van de hechte familie die tegen beter weten in probeert om de vergane glorie van het circus in ere te houden.
Het stuk over het eeuwige conflict tussen een behoudende vader (Peter van Heeringen) en vernieuwingsgezinde zoon (Floris Verkerk) emotioneel effectief van muziek voorzien door Guus Ponsioen. De tragische maar uitbundige intensiteit van het zigeunerbestaan wordt voortreffelijk verbeeld. De spelers verstaan hun acrobatische trucs en spelen de meest ontroerende confrontaties terwijl ze bij elkaar op de schouders balanceren.
Maar schrijver en regisseur Ad de Bont verwerkt in zijn stuk bovendien de geschiedenis van het Roma-volk. Een dappere, maar geen geslaagde poging. De vernieuwende, door zoonlief geïnitieerde circusshow waarmee de voorstelling afsluit, gooit roet in het eten. Feiten over de vervolging van zigeuners tijdens de Tweede Wereldoorlog en de recente uitzetting van zigeuners in Frankrijk, creëren een dwingend educatief toontje. De circusacts maken plaats voor pompeuze beelden van knuppelende omstanders en in gaswolken verdwijnende poppen. Daarmee wordt het goed invoelbare verhaal over een herkenbaar generatieconflict helaas overschaduwd door een pretentieuze geschiedenisles.