Recensie Buurman en Buurman beginnen voor zichzelf
Het is een geweldig stel: Martin Hofstra en Dennis Stroucken in rode en gele trui als de eeuwige klussers Buurman en Buurman uit het gelijknamige en zeer geliefde Villa Achterwerk-programma van de VPRO. Ze doen een potje dammen met klokhuizen en fröbelen gemoedelijk een appelmoesmachine in elkaar die ook heel handig schuttingplanken in gouden meubels blijkt te veranderen. Hun trage slapsticktiming is compleet tegengesteld aan de hobbelige snelheid van het oorspronkelijke stop motion-duo, maar werkt uitstekend. Het sterkst zijn Hofstra en Stroucken als ze in onhandige klim-, en springplankpogingen proberen het laatste appeltje uit de boom te plukken. ‘Ik zie wat je bedoelt, buur’, klinkt het vertrouwd, en als de appel is geplukt: ‘A JE TO!’. En natuurlijk vliegt er een hoop rommel over de schutting die met veel gerinkel kapot valt. De peuters in de overvolle zaal gieren het uit.
Zo goed als Hofstra en Stroucken bewegen en timen, zo slecht kunnen ze zingen. Ook jammer is dat het geijkte optimisme van het tweetal en de ravage die hun kluswerk doorgaans oplevert, heeft plaatsgemaakt voor een tuttig verhaaltje over rijk willen worden met een moralistisch slot waarin de buurmannen ontdekken toch liever ‘gewoon’ vrienden te willen zijn. Zo’n belerend plot en vervelende boodschap hebben deze spelers met hun fysieke hilariteit absoluut niet nodig.