Peter Pan en de verloren jongens

gepubliceerd in: 
TM
gepubliceerd op: 
01/10/2011

Jeugd- en volwassenvoorstellingen, locatie- en zaalproducties - theatermaker Gienke Deuten trekt zich weinig aan van genregrenzen en andere opgelegde vakjes. Achter haar veelzijdigheid schuilt een heldere visie en een steeds terugkerende associatieve beeldtaal. Vorige maand ging bij Theater Gnaffel haar voorstelling Peter Pan en de verloren jongens in première.

Door Brechtje Zwaneveld

‘Dat Neverland een ode zou zijn aan de fantasie heb ik niet in het boek Peter Pan gelezen.’ Gienke Deuten heeft bij Theater Gnaffel een eigenzinnige theaterversie gemaakt van het beroemde verhaal van James Barrie. Ze schrikt er niet voor terug het avonturenthema, waarmee Disney het vliegende jongetje in zijn groene elfenpakje onsterfelijk maakte, rigoureus overboord te gooien. Deuten: ‘De gebeurtenissen met indianen, piraten en zeemeerminnen worden in het boek vaak met één zin beschreven. Eigenlijk is Peter Pan gewoon een onaangepast kind, dat zich met zijn hakken in het zand verzet tegen veranderingen. Nooitland, zoals ik Neverland heb vertaald, is een plek waar hij naartoe kan vluchten als het hem te veel wordt. Daar is hij de heerser en weet hij zeker dat hij de gang van zaken in de hand heeft. Pure overlevingsstrategie.’
Vanuit deze visie besloot Deuten om van de fantasiefiguur Peter Pan een realistisch jongetje te maken met een autistische stoornis. Zijn moeder is gestorven en die ‘verandering’ is voor Peter moeilijk hanteerbaar. Deuten verduidelijkt: ‘In het oorspronkelijke verhaal verlangt Peter samen met de “verloren jongens” hartstochtelijk naar een moeder. De manier waarop hij dat gemis uit, doet sterk denken aan de manier waarop autistische kinderen met rouw omgaan. Zij raken vooral uit balans door de gewijzigde situatie, niet zozeer door het emotionele gemis van degene die is gestorven.’
Niet dat Peter Pan en de verloren jongens een psychologisch drama over autisme is. Het verhaal ontvouwt zich caleidoscopisch en associatief rondom een aantal typische Peter Pan-thema’s. Deuten: ‘Het is voor het eerst dat ik werk aan de hand van bestaand materiaal. Toen Elout Hol (artistiek leider van Theater Gnaffel, red.) mij vroeg deze voorstelling te komen maken, heb ik meteen gewaarschuwd dat ik me niet keurig aan de verhaallijn zou gaan houden.’

Poppen
Deuten werkt niet vanuit tekst maar vanuit beeld. Haar voorstellingen zijn visuele vertellingen met een associatief verloop. Met het collectief Deuten en De Goeij creëert ze al een aantal jaren bizarre locatievoorstellingen zonder veel tekst op de zomerfestivals. Onlangs maakte ze bij Het Houten Huis Beet! dat uitblonk in wonderlijke, nachtmerrieachtige taferelen. Een ijsbeer, schaatsers, bureaucratische vissen met stempels en een reusachtige geit bevolkten de speelvloer. In de voorstelling Alles is goed, een Toneelschuur-productie, creëerde ze een wereld van herten en in De verknipte zangeres, bij Het Houten Huis, kwam het ronddraaiende dametje uit een muziekdoosje tot leven. Het zijn vaak eendimensionale figuren die Deuten opvoert. Dieren, poppetjes, ze hebben met elkaar gemeen dat hun doen en laten niet wordt gestuurd door een psychologische binnenwereld. Vandaar dat het werken met poppen, eigen aan het werk van Theater Gnaffel, haar tijdens het werken aan Peter Pan en de verloren jongens goed beviel. Deuten: ‘Poppen kunnen altijd maar één stap zetten, ze hebben geen overzicht of plan. Net zomin als clowns. Ik hou ervan als personages niet denken maar handelen. Daardoor verkeren ze in een permanente toestand van niet-weten, een houding die volledig ontbreekt in de werkelijke wereld. Alles in de samenleving van nu is tot op de milliseconde doordacht. Dat vinden wij normaal. Om toeschouwers uit die vanzelfsprekende modus te krijgen laat ik ze in mijn voorstellingen graag een magische wereld zien waarin geen vooropgezet plan of actieve wil bestaat.’
De niet-wetende figuren zijn in de voorstellingen van Deuten vaak verdwaald in de wereld. Ze zoeken conflicten niet op, maar raken erin verzeild en ze worstelen met zichzelf. Deuten: ‘Voor mij is theater een pleidooi voor overgave. Door alle uitgestippelde routes met prachtige einddoelen en efficiënte handelwijzen die in deze maatschappij zo belangrijk zijn, zijn we niet meer ontvankelijk voor wat zich in de wereld zomaar aandient.’

Vakjes
Ook Deutens eigen route in het leven was allerminst van tevoren vastgelegd. ‘Ik was geen vastbesloten kleuter die meteen al wist dat ze het theater in wilde. Na de middelbare school wilde ik “iets met sociologie” of “iets met psychologie”. Uiteindelijk ben ik via vele omzwervingen op de regieopleiding terechtgekomen. Het kan me nu nog steeds wel eens verbazen hoezeer het theater mijn leven verrijkt.’
Dat Deutens onbevangenheid ten aanzien van wat er op haar pad komt allerminst naïef of toevallig is, blijkt wel uit de grote continuïteit waarmee ze in het Nederlandse theater aan de weg timmert. Inmiddels heeft ze een stevige positie verworven bij De Firma Rieks Swarte, onder andere met de voorstelling Nachtschade. Daarnaast is ze vaste gastregisseur bij Het Houten Huis en maakt ze met enige regelmaat voorstellingen bij Oorkaan, het productiehuis voor jeugdconcerten. Ze wordt vaak genoemd als exemplarisch voor de generatie die zich weigert vast te pinnen op één genre of één gezelschap. Deuten: ‘Ik kijk wat op me afkomt en wat aansluit bij mijn fascinaties. Jeugdtheater, theater voor volwassenen, klassieke muziek, locatietheater, zaalvoorstellingen; dat dat in het veld allemaal gescheiden vakjes zijn, daar kan ik ook niks aan doen.’

Deuten ziet het als een luxe om door verschillende gezelschappen te worden uitgenodigd voorstellingen te komen maken. ‘De context van een bestaand gezelschap geeft mij houvast en duidelijkheid.’ Al ontstaat langzaamaan de wens om al die samenwerkingsverbanden vanuit één vaste plek te gaan organiseren. ‘Ik heb een goede aansluiting gevonden bij De Firma Rieks Swarte. Swarte werkt net als ik vanuit beeld en vormgeving. Bovendien beperken de voorstellingen van de Firma zich ook niet tot één genre of één type voorstelling. In de toekomst zal ik explicieter deel gaan uitmaken van zijn artistieke team.’
Hoe die toekomst er precies zal gaan uitzien is voor niemand in de podiumkunsten duidelijk, ook voor Deuten niet. Ze realiseert zich dat ze zich in een gunstige tijd heeft kunnen ontwikkelen. ‘Ik vind het onvoorstelbaar dat het traject dat ik achter de rug heb via productiehuizen als Het Veem, Toneelschuur Producties en BonteHond straks niet meer mogelijk zal zijn. Het is van een gruwelijke armoede dat één van de rijkste economieën ter wereld geen waarde hecht aan de verdiepende schoonheid van kunst en dat er vanuit de samenleving zó weinig verzet komt.’

Wel trekt Deuten zich iets aan van de ‘bezuinigingsboodschap’ dat er beter moet worden nagedacht over manieren om kunst en publiek nader tot elkaar te brengen. ‘Ik geloof niet dat dat alleen maar via commerciële en laagdrempelige uitingsvormen kan. Uiteindelijk blijven mensen ernaar snakken om serieus te worden genomen en het verhaal onder de buitenkant te zien. Het is prikkelend erover na te denken hoe je de dialoog met het publiek levend houdt. Ik heb nog geen antwoord gevonden, maar voel me wel uitgedaagd daar iets mee te doen.’ En als ze vervolgt verwoordt ze onbewust het thema dat haar Peter Pan prachtig samenvat: ‘Je moet je niet verzetten tegen veranderingen, hooguit tegen de manier waarop.’

[Speelinfo]
Peter Pan en de verloren jongens (7) door Theater Gnaffel
tournee t/m 22 januari 2012
www.gnaffel.nl