Interview Phi Ngyen en Anneke Sluiters
Terwijl het veld zich afvraagt of jonge theatermakers het gaan redden in het versoberde kunstklimaat timmeren de jonge makers zelf zorgeloos en vol goede verwachtingen aan de weg. Dat is althans het beeld dat opdoemt als we lezen hoe Phi Nguyen en Anneke Sluiters de kans aangrijpen nieuw werk te maken bij het aankomende jeugdtheaterfestival Tweetakt.
Door Brechtje Zwaneveld
Het veld is bezorgd over ze. Over de jonge, aanstormende, talentvolle theatermakers. De pas afgestudeerden vol dromen en ideeën. Want, zo denkt men, waar kunnen zij nog terecht? Hoe moeten zij hun talent verder ontwikkelen nu er zo bruut is bezuinigd? Wie kan nog geld vrijmaken voor de eerste, onzekere, maar hypergemotiveerde en misschien wel zeer vernieuwende stapjes van theatermakende twintigers?
Het zijn zorgen die gonzen en bruisen. Zorgen die hier en daar leiden tot initiatieven; zo maakte het Fonds Podiumkunsten onlangs een extra regeling bekend voor ‘nieuwe’ theatermakers. Daarmee worden makers bedoeld die nog niet langer dan drie jaar actief zijn. Vanaf het voorjaar kunnen zij geld aanvragen ‘om zich in een langer lopend traject te ontwikkelen, in samenwerking met gezelschappen, podia en festivals,’ vermeldt het Fonds op zijn website. Van de regeling kunnen ook nieuwe jeugdtheatermakers gebruik gaan maken.
Ambitieus
Maar hoe denkt de nieuwe generatie er zelf over? Het jaarlijkse festival Tweetakt in Utrecht biedt jong en aanstormend talent al jaren een podium en een ‘uitwisselingsmoment’. Het jeugdtheaterfestival toont voorstellingen met studenten van onder andere de theaterscholen in Utrecht en Maastricht en jaarlijks worden een of meer jonge makers gevraagd een kleine (of iets grotere) voorstelling te maken.
Met ingang van dit jaar ontvangt Tweetakt bovendien een meerjarige innovatietoeslag van het Fonds Podiumkunsten om (jonge) makers uit te nodigen die zich bezighouden met verschillende disciplines. Artistiek directeur Petra Blok benaderde voor Tweetakt 2013 Phi Nguyen en Anneke Sluiters.
Blok: ‘Phi Nguyen draagt bij aan vernieuwing binnen het jeugdtheater. Hij staat voor veel dingen open en zoekt bewust aansluiting bij andere disciplines, zoals cabaret en muziek. Anneke Sluiters is een ambitieus talent met originele ideeën. Als jeugdtheaterfestival zien wij het als onze taak om goede mensen te introduceren die graag voor jeugd willen werken.’
Behalve dat ze beiden een nieuwe voorstelling maken, verzorgen Nguyen en Sluiters ook een debat met jonge makers, hun leeftijdgenoten en, als we de zorgen uit het veld moeten geloven, ‘lotgenoten’. Maar Nguyen en Sluiters maken zich helemaal geen zorgen. Zij hebben de theaterwereld van vóór de bezuinigingen nauwelijks meegemaakt; ze beginnen net en ervaren weinig verbondenheid met ‘wat eens was’. Ja, hun grote voorbeelden als het Onafhankelijk Toneel, ’t Barre Land, Nieuw West en Carver zijn verdwenen. Dat vinden ze oprecht een groot gemis, maar ze zijn vooral benieuwd naar hun eigen toekomstmogelijkheden.
Vertrouwen
Sluiters: ‘We willen andere jonge makers ontmoeten. Zodat we ongedwongen met elkaar kunnen praten en nadenken. Daarvoor willen we een warm bad creëren. Letterlijk. Ik ga echt in bad en het debat heet In debad.’
Nguyen vult aan: ‘We willen over onze verlangens praten en bespreken hoe we die op een realistische manier kunnen verwezenlijken. Er wordt ons wel eens gezegd dat we vadermoord moeten plegen op de generatie boven ons, dat we een coup moeten plegen op de huidige theaterwereld, maar zo zitten wij helemaal niet in elkaar. Wij willen de kennis van onze voorgangers helemaal niet negeren.’
Wat deze twee jonge mensen wél willen, is vertrouwen. Vertrouwen van de door hen bewonderde en ervaren grootmeesters om hun gang te kunnen gaan. Om te kunnen maken wat zij graag willen en om daarin vooral nog geen mogelijkheden uit te sluiten. Om vandaag iets heel anders te mogen uitzoeken dan morgen. Om zichzelf uit te vinden zonder stiekem gedwongen te worden in de richting van ‘het bestaande’.
Sluiters is dan ook onmiddellijk kritisch over de nieuwe regeling van het Fonds Podiumkunsten: ‘Waarom mag je alleen aanvragen in samenwerking met een bestaand gezelschap? Ik vraag me af of er dan nog wel werkelijke innovatie mogelijk is, omdat je je moet verbinden aan een al bestaande theaterstijl.’
Nguyen: ‘Wat wij eigenlijk willen, is losgelaten worden. Als je van school komt, kun je echt nog niet alles en je weet al helemaal niet precies wie je bent en wat je wilt maken. Dat willen we uitzoeken. Zelf uitzoeken. Daarbij willen we pas hulp vragen als wíj daarvoor kiezen. Ik word nu wel eens gevraagd omdat men mijn werk “origineel” vindt. Wat is dat, origineel? Als ik iets maak, ben ik helemaal niet bezig om origineel te zijn, dan probeer ik iets moois te creëren. Ik wil nog helemaal niet door “de theaterwereld” in een hokje worden geduwd.’
Mickery
Deze twee telgen van de nieuwe generatie zien het theater niet zozeer als ‘werk’, maar vooral als een plek waar ze mooie, spannende dingen kunnen uitzoeken. En daarvoor willen ze graag de ruimte krijgen. Letterlijk en figuurlijk. Hoe? Daarover gaan ze met elkaar in conclaaf tijdens Tweetakt.
Nguyen: ‘Misschien ligt de toekomst wel in een Mickery-achtige broedplaats, een groot huis waar je als jonge maker je ideeën kunt vormgeven.’
Sluiters beaamt: ‘Ik vraag me wel eens af: is er niet ergens een enorme leegstaande flat waar we met zijn allen in kunnen trekken?’
[kader 1]
Thuiskok
Phi Nguyen studeerde aan de ARTEZ toneelschool in Arnhem. Op Tweetakt maakte hij in 2011 Is dit een grap? Cabaret voor alle leeftijden en in 2012 Koken voor de doden. Voor de VPRO presenteert hij het Villa Achterwerk-programma Van hier tot Tokio. Momenteel speelt hij in Opstand van de nerds van BonteHond. Voor Tweetakt maakt hij Home cooking.
Nguyen: ‘De voorstelling gaat over “je thuis voelen”. Ik heb geen huis. Ik zwerf rond. Niet uit overtuiging, maar omdat ik niet echt een huis hoef. Ik heb nooit heimwee en voel me overal thuis. Maar een vriend van me zei laatst tegen me: “Jij voelt je juist nergens thuis en jij hebt voortdurend heimwee, omdat je geen huis hebt.” Daar heeft hij misschien gelijk in. Het is een dubbel gevoel voor mij. Ik vind het heel moeilijk om te zeggen waar mijn eigen thuis is. Misschien voel ik me wel thuis in het theater. Dat klinkt cheesy, ik weet het, maar ik wil geloven dat het zo is. Je thuis voelen lijkt soms iets te zijn wat moet. Ik ben geboren in Vietnam, veel mensen denken dat dat voor mij een thuis is. Maar ik voel me een Nederlander. Ik denk wel dat het een fijn gevoel is, “je thuis voelen”, maar voor mij is het lastig. Afijn, dat heb ik duidelijk uit te zoeken. En dat ga ik doen in Home cooking.
De voorstelling wordt gespeeld door Barry Huijbrechts, een alter ego van mij dat is ontstaan toen ik een pitch moest doen voor het Rozentheater in Amsterdam. Ik haat pitchen en had helemaal geen zin om daar als mezelf heen te gaan, dus heb ik een pruik gekocht en heb Barry Huijbrechts gestuurd. Die houdt wel heel erg van pitchen. Dat personage is voor mij een manier om mezelf onder de loep te nemen. Hij kent mij goed en is altijd kritisch op mij. In Home cooking gaat hij voor me koken. Een vriendin, Na-Young Jeon, gaat voor me zingen. Want die twee dingen hebben volgens mij in elk geval te maken met “je thuis voelen”: lekker eten en goeie muziek.’
[kader 2]
Horror
Anneke Sluiters studeerde in 2012 af aan de acteursopleiding van de Hogeschool voor de Kunsten in Utrecht. Met haar solovoorstelling Don’t get me wrong werd ze winnaar van Best of ITs on tour. Momenteel speelt ze in Opstand van de nerds van BonteHond. Voor Tweetakt maakt ze Horror.
Sluiters: ‘Ik ga een horror maken omdat ik bang ben in het donker. Echt bang. Ik kan ook helemaal niet tegen horrorfilms. Maar tegelijkertijd heeft het angstwekkende voor mij iets aantrekkelijks. Ik weet niet wat dat is, nieuwsgierigheid of de bedwelmende werking van suspense. Vroeger dacht ik altijd dat die angst zou verdwijnen als ik volwassen zou worden. Dat je griezeldingen als volwassen vrouw beter begrijpt. Maar dat is helemaal niet zo. Het is zelfs erger geworden. Het allerengst vind ik de momenten waarop nog niks aan de hand is, maar je weet dat er iets vreselijks gaat gebeuren.
Ik heb van Tweetakt een heel vrolijk, zomers tentje gekregen op het festivalterrein. Een Spaans tentje dat casetas de feria Sevilla heet. Daarin mag ik iets maken dat een kwartiertje duurt en dat bijna elke dag wordt gespeeld. Ik ben nu aan het brainstormen over wat ik wil gaan doen. Misschien ruim ik na afloop van de voorstelling niks op, zodat dat vrolijke tentje gedurende de week steeds smeriger wordt. Alsof de horror zichzelf creëert. En het lijkt mij bijvoorbeeld leuk om elke dag iets anders “engs” te spelen, zodat mensen misschien nog een keer terugkomen. Maar niks is nog zeker. Ik wil wel special effects gebruiken. En ik kan me voorstellen dat ik de constructie van die effecten ook zichtbaar ga maken. Dat werkt dan natuurlijk niet angstaanjagend, maar lachwekkend. Het kan ook niet té gruwelijk worden, want het is voor kinderen vanaf acht jaar.
Ik speel de voorstelling samen met Willemijn Zevenhuijzen. Die is nog veel banger in het donker dan ik en kan heel goed schrikken.’