Het seizoen van de outcasts

gepubliceerd in: 
TM
gepubliceerd op: 
01/09/2013

Het jeugdtheaterseizoen 2012-2013 was matig. Acteerkwaliteiten lieten hier en daar te wensen over en voor jongeren werd weinig spraakmakends getoond. Buitenbeentjes, outcasts en eenzame verschoppelingen speelden in veel jeugdvoorstellingen de hoofdrollen.

Sprankelend was het jeugdtheaterseizoen 2012-2013 allerminst. Echte hoogtepunten bleven uit; als er al uitschieters waren, dan wees de richting naar beneden. En dat is ongewoon. Naar de redenen is het gissen: laatste staartje van het tijdperk met veel subsidie? Begin van vernieuwingen die pas volgend seizoen op stoom zullen komen? Laten we het erop houden dat het weer slecht was, de wind uit de verkeerde hoek waaide, hier en daar wat metaalmoeheid overheerste en de koers veelal nog onduidelijk was. Dan is de oogst matig. Logisch.

Er was een geslaagd reprise-project van Het Laagland. Een vast groepje jonge acteurs bracht successen uit het verleden (indertijd gespeeld door andere acteurs): King A, Het ontstaan van wit en Nu even niet!. Lichtvoetige vertellingen die het ook nu nog prima doen. Er was de weergaloze reprise van De ingebeelde zieke van Theater Gnaffel. Een felle voorstelling van twaalf jaar geleden waarin scènes worden vertoond die niemand heden ten dagen nog durft te ensceneren: het slaan van een kind met een stok bijvoorbeeld. De voorstelling werd gespeeld door twee buitengewoon ervaren acteurs, Matthieu Güthschmidt en Elout Hol. Laatstgenoemde werd genomineerd voor de Gouden Krekel voor ‘beste podiumprestatie’ van de VSCD-jeugdtheaterprijzen.

Plank mis
Andere acteurs met jarenlange jeugdtheaterervaring sloegen hier en daar de plank totaal mis met hun houterige manier van acteren en rochelende stemmen: Cees Brandt in Keetje Clown, Peter Zegveld in Wacht en Herman van Baar in Jammie. René Groothof, hoewel innemend als altijd, struikelde in Dalí, of hoe word ik beroemd over zijn eigen raps en in Senfs musical Buurman en buurman beginnen voor zichzelf deed de bewegingservaring van Martin Hofstra en Dennis Stroucken het weliswaar goed, maar waarom dat tweetal zo nodig moest zingen is een raadsel.
Ook voor kinderen en jongeren dragen goede acteerprestaties bij aan de kwaliteit van een voorstelling. Dat werd bijvoorbeeld zichtbaar in de trailervoorstelling voor jongeren van Toneelgroep Oostpool en Theater Sonnevanck, Hard Candy. Met gewiekste emotionele schakelingen vertolkte Stefanie van Leersum het veertienjarige meisje dat genadeloos afrekent met een op haar geilende oudere man (Mike Reus). Haar spel maakte deze indrukwekkend intieme voorstelling met een zeer actueel onderwerp tot een groot genoegen.

Ook in de jongerenvoorstelling Bloedmooi en zielsongelukkig van Theater Artemis vielen de acteerprestaties op. Onder anderen Marlies Heuer, Jamie Grant en Mattias van de Vijver weerspiegelden overtuigend de vernietigende kracht van jaloezie, alles verterende liefde en een laag zelfbeeld. Twee acteurs die dit seizoen echt ongelooflijk lekker stonden te spelen zijn Chiem Vreeken en Keja Klaasje Kwestro. Zowel in I/ik/eg als in Pinokkio waren het met name hun verschijningen die deze twee voorstellingen van de Toneelmakerij het aankijken waard maakten.

Volwassenen
Op Hard Candy en Bloedmooi en zielsongelukkig na zijn er afgelopen seizoen relatief weinig spraakmakende voorstellingen voor jongeren gemaakt. Gienke Deuten deed met Hi Ha Heijermans een dappere poging, maar de voorstelling bleef steken in te veel theatergeschiedenis-onderonsjes, waarmee de meeste doorsnee jongeren weinig op hebben. Het jonge gezelschap YoungGangsters speelde de voorstelling The new Rambo-generation voor jongeren, maar hoewel vermakelijk kwam er tussen de gevechten door weinig inhoud over het voetlicht.
De Nederlandse jeugdtheatergezelschappen blinken sowieso niet per se uit in het produceren van sprankelende jongerenvoorstellingen, enkele specifieke jongerentheatergroepen daargelaten uiteraard. Het is de vraag waarom. Dat de meest aansprekende jongerenvoorstellingen afkomstig waren van Theater Artemis, dat zich altijd al bij uitzondering op volwassenen én kinderen richtte, en de nieuwe samenwerking tussen het volwassen gezelschap Toneelgroep Oostpool en Theater Sonnevanck doet bijna vermoeden dat om jongeren succesvol te bereiken een volwassenengezelschap nodig is. Gelukkig bewees Theatergroep Max met Staal vorig seizoen dat dat niet zo is en zo zou het - in de toekomst – ook niet moeten zijn.

Kinderverdriet
Het meest terugkerende thema dit seizoen was dat van de outcasts. De drukke jongetjes, de onaangepaste kinderen, het schorriemorrie, de zielige verschoppelingen, de opgroeiende kwajongens en de dappere mislukkelingen; zij zijn het afgelopen seizoen menigmaal en in verschillende vormen ten tonele gevoerd. Een scala aan voorstellingen toonde dat er vele manieren zijn om je als vreemde eend in de bijt te handhaven.

Moniek Merkx liet in Echt waar van Theatergroep Max vijf acteurs de door kinderen en de acteurs zelf opgeschreven ‘zielige’ verhalen spelen. In een joekel van een zandbak blijken vijf kinderen allemaal te kampen met onbegrepen en eenzame gevoelens. Verweven met merkwaardige citaten uit sprookjes passeerden erge en minder erge, niet goed met anderen te delen kinderverdrietjes de revue. Een knap gemonteerd en emotioneel relaas.
Vergelijkbaar qua structuur, iets heftiger van thema en iets minder soepel gemonteerd was Opstand van de nerds van Noël Fischer, haar laatste voorstelling bij BonteHond. Ook hier waren vijf eenlingen te zien. Maar dit vijftal was expliciet abnormaal. Toch was hun eenzame leed er niet minder herkenbaar en hartverscheurend om. Onaangepast gedrag en eenzaam verdriet werden in beide voorstellingen mooi geromantiseerd met een verbroedering van de ‘devianten’ aan het slot. ‘Buitenbeentjes, verenig u!’ droegen beide regisseurs hun publiek impliciet op.

Van iets bravere orde was Mismuis van José Hussaarts bij Kwatta. In een frisse vertelvorm met menig pop en object stuift de Mismuis, een muis zonder staart, dapper af op zijn noodlottige einde: opgegeten worden door de Miskat. Maar als je je een leven lang als mislukkeling weet te redden door de situatie steeds parmantig naar je hand te zetten, dan lukt dat je oog in oog met je beul ook wel. Aldus geschiedde.
Het aapachtige misbaksel in Flora Verbrugges Wildeman doet er iets langer over om van zijn afwijkende uiterlijk en karakter een geaccepteerde deugd te maken. In deze coproductie tussen Theater Sonnevanck, de Nationale Reisopera en het Nederlands Symfonieorkest moet een wild jongetje zijn weg vinden. Het sprookjesachtige verhaal voert het koningskind langs jeugdzorg en mede-apenkoppen, waarna het uiteindelijk toch geaccepteerd wordt zoals het is. Zolang onaangepasten hun buitenpositie maar aanvaarden komt alles goed, lijken deze twee voorstellingen te willen vertellen.

Verschoppelingen
Op iets schokkender wijze en vanuit een veel breder perspectief droeg ook Circus Rouda van Ad de Bont bij De Toneelmakerij een dergelijke boodschap uit. In deze heuse circusvoorstelling worden de gruwelijkheden (afranselingen, gaskamers) die de Roma vroeger en nu als verschoppelingen ten deel vallen niet geschuwd. Maar de volhardende vernieuwingsgezindheid van een jonge Roma-telg overleeft. Wie in zichzelf gelooft en volhardt, heeft altijd recht van bestaan. Niet alleen als individu, maar zelfs als complete bevolkingsgroep, zo brengt Ad de Bont ons bij.
Jolanda Spoel bracht de tragiek van outcasts het meest aangrijpend en het meest humoristisch over in de Siberia-productie Prinses van tuig en richel. In een hyperrealistisch decor rommelt Mila (gespeeld door Anne Rats) in het rond met haar stiefvader en stiefbroers. Ze zijn ordinair, ze zijn onaangepast, ze zijn asociaal en ze wonen in een caravan op een plekje waar een winkelcentrum moet worden gebouwd. In geen van de eerder genoemde voorstellingen is de schrijnende onmacht van uitgestotenen zo groot als in deze voortreffelijk gespeelde voorstelling. Het persoonlijke leed wordt voelbaar tegen de achtergrond van het algemene perspectief van gemeentelijke normen en de mainstream expansiedrift van planologen. Een oplossing is er niet: eens verstoten, altijd verstoten. Wat rest is de fantasie die alles mogelijk maakt.

En dan telde het seizoen nog enkele voorstellingen die om geheel eigen redenen opvielen. Het Filiaal sneed een belangrijk actueel thema aan voor kinderen vanaf zeven jaar in de knutsel- en miniatuurvoorstelling Het geheim van Q: de overdreven angst- en veiligheidscultuur. En met de even degelijke als ontroerende locatievoorstelling Toen mijn vader een struik werd - naar een boek van Joke van Leeuwen - belichtte hetzelfde gezelschap het lot van een meisje dat vlucht ten tijde van oorlog.
Joke van Leeuwen deed het sowieso goed in jeugdtheaterland afgelopen seizoen. Lieke Benders van Hoge Fronten liet zich inspireren door Van Leeuwens boekje niet wiet, wel nel voor beginnende lezers. Met groot ruimtelijk gevoel, een heldere beeldtaal en dankbaar gebruikmakend van de fysiek-komische talenten van haar acteurs Eva Zwart en Gerrit Dragt creëerde Benders een zeer ludiek gooi-smijt-ruzie-stuk voor jonge kinderen.

En dan was er nog een echt buitenbeentje qua vorm en stijl: Draak in huis van Het Houten Huis. Een voorstelling als geen ander. Geen gezelschap vertelt met niets dan beeld en muziek een emotioneler verhaal dan dit jongste Bis-gezelschap. Het verdriet om een verloren moeder beheerst het leven van een vader en zoon. In een feeërieke fantasiewereld en met Felliniaanse beeldentaal laten de twee treurende mannen uiteindelijk hun droefheid aan elkaar zien. Dat is onvoorstelbaar mooi.

Volgend seizoen zullen de nieuwe koersen zichtbaar worden. Dan weet de Toneelmakerij hoe het met minder geld moet uitkomen, Sonnevanck hoe het met meer geld dromen kan verwezenlijken, Maas hoe dans, theater en Rotterdam elkaar omarmen en NTjong hoe jeugdtheater zich verbindt aan repertoire voor volwassenen. Dan gaan de eerste voorstellingen van mimers Jetse Batelaan bij Artemis en René Geerlings bij BonteHond in première en kan Het Houten Huis zich als nieuw Bis-gezelschap van het Noorden profileren. Ik kijk er reikhalzend naar uit.

[kader]
Top 5 2012-2013:

1. Draak in huis van Het Houten Huis
De compleet eigen stijl van dit gezelschap blijft verbazen en ontroeren. Met betoverende beelden en filmische muziek worden diepe emoties bijna tastbaar verbeeld.

2. Prinses van tuig en richel van Theatergroep Siberia
De hyperrealistische vorm van deze voorstelling belicht meeslepend het lot van een stelletje asocialen met gouden hartjes.

3. Hard Candy van Theater Sonnevanck en Toneelgroep Oostpool
Aangrijpende voorstelling in een intieme setting over de wraak van een veertienjarig meisje op een oudere man die zich graag vergrijpt aan jonge meisjes.

4. Echt waar van Theatergroep Max
Intuïtief gemonteerd relaas over onbegrepen kinderleed waarin menigeen, volwassen of kind, zich kan herkennen.

5. Niet Wiet, wel Nel van Hoge Fronten
Kolderiek, plat en herkenbaar vertelsel over doodgewoon onbegrip en zonneklare verzoening.